





Het type.
Het belangrijkste en het meest opvallendste is het type van de Ko Shamo.
Onze Standaardbeschrijving geeft daarom als noot ook duidelijk aan dat tijdens de beoordeling rekening gehouden moet worden dat Ko Shamo’s vòòr alles vormvogels zijn.
De haan draagt het lichaam extreem verticaal en recht, waardoor de sterk gespierde en hoog gedragen borst er vooruitsteekt.
De kop, hals en de borst vormen als het ware een rechte, verticale lijn, met nauwelijks hoeking in het hielgewricht. In actie wordt het hielgewricht zelfs volledig gestrekt en dansen de hanen als het ware op de toppen van hun tenen.
De ideale verdeling van het lichaam is: 1/3 kop- en hals, 1/3 romp en 1/3 dij- en loopbenen.
De hals is lang en wordt rechtop gedragen met slechts een flauwe buiging; de halsbevedering omsluit slechts de bovenhals.
De lange en fijne hals is het dunst aan de basis en het dikst net onder de kop, dit is dus het tegenovergestelde als bij de meeste kippenrassen.
De halslengte dient minimaal 1/3 van de totale lichaamslengte te bedragen, maar iets meer halslengte toont zeer elegant en vinden we luxe. Dieren met een halslengte korter dan 1/3 van de totale lichaamslengte kunnen niet voor een hoge beoordeling in aanmerking komen.
Hennen tonen in de meeste gevallen een minder sterk opgericht type; we stellen hier dan ook minder hoge eisen aan als bij de hanen.
Echter dient er door de keurmeesters bij hennen die wel een meer opgerichte houding tonen een positieve opmerking op de beoordelingskaart vermeld te worden.
De kop
Een Ko Shamo moet een grote, platte en brede kop hebben met zware wenkbrauwen (hierdoor liggen de lichtoranje tot parelwitte ogen diep in de kop), een vlezig gezicht met rimpels, een goed ontwikkelde keelwam die niet mag neigen naar een losse keelwam zoals bij de Yamato, dikke en vaste oorlellen, zeer kleine of onopvallende kinlellen, een korte, dikke en gebogen gele snavel, en een walnootkam die ¾ van de kop bedekt. In het ideale geval is de verhouding tussen de kopbreedte en koplengte 1:1
Het lichaam
De borst van de Ko Shamo is breed en diep, sterk gespierd en uitstekend tot voor de vleugels. Door de krappe bevedering is het borstbeen zichtbaar.
De schouders en vleugelboeg moeten duidelijk uitsteken en de vleugels worden relatief ver van het lichaam gedragen. Hoe hoger en hoe hoekiger de vleugels gedragen worden, des te rechter het dier zal lijken.
De vleugels zijn kort en compact, breed, gerond en krachtig en goed opgetrokken; de vleugeleinden worden enigszins onder het korte zadelbehang gedragen, waardoor de scheenbenen volledig zichtbaar zijn.
Grote slagpennen, axiaalveer en kleine slagpennen in juiste volgorde goed samengevouwen.
Later in dit artikel zal ik uitgebreider ingaan op de vleugels.
Ook een erg belangrijke rol bij de beoordeling speelt de zogenaamde 5-bogenlijn.
In het bovenaanzicht ziet men de zogenaamde 5-bogenlijn die veroorzaakt wordt door de rondingen van de beide vleugels, de beide opperarmen en de rug.
Deze vijf delen steken uit als een berg.
Bij volwassen hanen dient deze lijn altijd aanwezig te zijn.
Jonge dieren die deze 5 bogen al vroeg laten zien zijn zeer waardevolle dieren.
De rug en het zadel zijn vlak en middellang, breed tussen de schouders en naar achteren toe smaller wordend.
De romp is kort, breed en sterk opgericht met een harde bespiering, Ko Shamo’s zijn echte spierbundels.
Bij het beoordelen dient het dier daarom zwaar en hard aan te voelen.
Het gewicht van de hanen ligt tussen de 800 en 1000 gram, die van de hennen ligt tussen de 600 en 800 gram.
In Japan aanvaardt men tegenwoordig een maximumgewicht van 1100 gram voor volwassen hanen en ook een iets zwaarder gewicht bij de hennen. Dieren die iets zwaarder wegen zijn net iets typischer, massiever en gespierder. Echter hanen die zwaarder wegen dan 1100 gram zijn vaak wat grover, het fijne/elegante is er dan snel van af. Dit geldt ook uiteraard ook voor hennen die zwaarder wegen dan 900 gram. Het ideale gewicht voor een volwassen haan is 1000 gram, voor een volwassen hen 800 gram.
De staart is kort (maximale lengte van 3 à 4 vingerbreedtes) en goed samengevouwen, wordt afhangend gedragen; de sikkels zijn kort en slechts weinig gebogen. De staartstuurveren staan open en geven de staart de vorm van een garnalenstaart doordat twee à drie van de onderste staartstuurveren aan iedere zijde naar buiten treden en iets naar boven buigen.
Bij de haan moeten de sikkels wel zichtbaar zijn, maar deze zijn absoluut niet ontwikkeld; een korte bevedering is een raskenmerk van de Ko Shamo.
De staart wordt in een hoek van 15° gedragen ten opzichte van de horizontale lijn.
Poten
De dijen moeten goed rond, middellang, goed uit elkaar en evenwijdig aan elkaar geplaatst zijn.
Door de krappe bevedering zijn deze vrijwel over de gehele lengte zichtbaar.
Tussen het dijbeen en het loopbeen zit een lichte hoek.
Het loopbeen moet voorzien zijn van minimaal vier rijen kleine schubben, een raskenmerk waar zeker aandacht aan geschonken dient te worden.
Ringmaat haan: 15 mm
Ringmaat hen: 13 mm
Kleurslagen
In Nederland zijn de volgende kleurslagen erkend:
Wit, zwart, koekoek, tarwe, blauwtarwe, zilvertarwe en roodporselein.
Maak jouw eigen website met JouwWeb